Lateralisatie

De ontwikkeling van de motoriek verloopt in fasen. In de eerste fase bewegen de linker en rechter helft van het lichaam afwisselend van elkaar: een baby in de wieg beweegt zijn handjes nog onhandig en ongecontroleerd heen en weer. In de tweede fase bewegen de linker en rechter helft van ons lichaam tegelijkertijd: een kopje wordt met twee handen vastgehouden. Nog verder in de ontwikkeling gaan de hersenhelften, en dus ook de lichaamshelften meer samenwerken. In deze derde fase, de lateralisatiefase, maken de linker en rechter helft van ons lichaam verschillende bewegingen: veters strikken, eten met mes en vork enz. In deze fase wordt de voorkeurshand steeds beter zichtbaar. De ene hand neemt de leiding en de andere hand ondersteund. In de vierde fase, de laatste fase kan er doelbewust bewogen worden, zonder overbodige bijbewegingen.

Het is belangrijk dat deze motorische fasen goed doorlopen worden voordat een kind leert lezen en schrijven. Wanneer een fase niet goed doorlopen is, kunnen er leesproblemen ontstaan. Kinderen kunnen dan bijvoorbeeld het verschil niet zien tussen een b en een d. Dit heeft met de samenwerking van de beide hersenhelften te maken. Het kind ervaart deze letters nog als gelijk. Ook de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ zullen voor deze kinderen nog lastig zijn.

Door gerichte bewegingsoefeningen kan de lateralisatie (samenwerking tussen links en rechts) worden bevorderd. Wil je hier graag meer over weten, neem dan gerust contact met me op.